De onvermijdelijke vraag die in ieder sollicitatiegesprek voorbijkomt: wat zijn je zwakke punten of eigenschappen? Gelukkig is antwoord geven op deze vraag helemaal niet zo moeilijk als je misschien zou denken. 

De vraag wat iemands zwakke punten, eigenschappen of kwaliteiten zijn is een goede manier om te zien of iemand over zelfreflectie beschikt. Het is voor recruiters en werkgevers een onvermijdelijke vraag om te stellen tijdens een sollicitatie, dus bereid je hierop voor. Zeg nooit dat je geen zwakke punten hebt. Dat komt arrogant over of het lijkt alsof je geen zelfkennis hebt.

Wat je ook niet moet doen, is een negatieve eigenschap noemen die eigenlijk positief is. ‘Ik werk te hard’, of: ‘ik ben een perfectionist.’ Een recruiter of werkgever heeft dit al duizend keer gehoord, dus je kunt maar beter eerlijk zijn. Let wel op dat de negatieve eigenschap die je gaat noemen geen essentiële eis is voor de functie waarop je solliciteert – in dat geval ben je misschien niet de juiste kandidaat voor de baan.

Spreek over ‘verbeterpunten’

Spreek liever over ‘verbeterpunten’ in plaats van slechte of zwakke eigenschappen. Hiermee geef je aan dat je jezelf kan ontwikkelen en kan verbeteren. Begin daarom met: ‘Ik vind het lastig om…’ of: ‘Ik ben niet zo goed in…’ Je kunt gaan voor de algemene slechte kwaliteiten die wel verzachtend klinken: je bent ietwat onvoorzichtig of onhandig, chaotisch, niet snel tevreden, ongeduldig, streng voor jezelf, stil, gesloten, afwachtend, onzeker, meegaand, kritisch of verlegen. Je kunt ook specifiekere kwaliteiten noemen, zoals een angst voor publiekelijk spreken, maar ga wel voor een kwaliteit die niet per se heel belangrijk is voor de functie waarop je solliciteert. Als je aangeeft dat je het spannend vindt om publiekelijk te spreken en je solliciteert voor een leidinggevende rol, dan heb je eigenlijk al een achterstand.

Eindig positief

Geef geen ellenlange antwoorden, maar houd het kort en simpel. Je hoeft niet álle zwakke punten te noemen die je kan bedenken, beperk het tot maximaal drie. Waar je je ook op moet voorbereiden, is dat je werkgever kan vragen om je zwakke punt meer toe te lichten. Wat je dan kunt doen, is een probleemsituatie omschrijven (het liefst één die daadwerkelijk heeft plaatsgevonden) en vervolgens aangeven welke actie je hebt ondernomen om het probleem aan te pakken. Vertel wat er niet goed is gegaan en waar je aan wil blijven werken, maar eindig altijd met een positief resultaat (en welke sterke kanten van jou hier dus goed tot uiting kwamen). Weet je geen zwakke punten van jezelf te noemen? Vraag aan je beste vrienden, je ouders, broers of zussen om ze te benoemen en vraag of ze echt kritisch kunnen zijn. Beter nog zijn oud-collega’s of voormalige werkgevers – zij kennen je in een werksituatie en kunnen misschien nog wel het eerlijkst zijn. Succes!