In het eerste kwartaal van 2019 blijken de cao-lonen onvoldoende gestegen te zijn om de stijging van de consumentenprijzen te compenseren: 2,2% in verhouding tot 2,5%. Wat betekent dat voor ons?
De cijfers komen voort uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, die zelfs aangeven dat de consumentenprijsindex sinds augustus 2013 op zijn hoogst is. Opmerkelijk is dat de cao-lonen in 2015 en 2016 nog ver bóven de stijging van de consumentenprijzen lag, rond de 1%. De lonen in het eerste kwartaal van 2019 zijn het meest gestegen in de gezondheids- en welzijnszorg en bij de overheid (+2,3%). De minste loonstijging komt voor in het onderwijs (+1,4%).
Fruit, vlees en aardappelen
Sinds 2014, het dieptepunt van de recessie, is het één keer eerder voorgekomen dat de consumentenprijzen harder stegen dan de cao-lonen, namelijk in het eerste kwartaal van 2017. Dat de consumentenprijzen nu gestegen zijn, ligt aan de stijging van de benzineprijs, fruit, vlees en aardappelen. De stijging van de consumentenprijzen in Nederland is twee keer zo hoog als in de eurozone: in januari 2019 zijn in Nederland het lage btw-tarief en de belasting op energie verhoogd.
Niet op achteruit
Dat de lonen zijn achtergebleven op de stijging van de consumentenprijzen, betekent niet dat de koopkracht van werknemers er automatisch op achteruitgaan, zegt het CBS. Het nettoloon is namelijk ook afhankelijk van de premies die betaald worden voor pensioen, verzekeringen en loonheffing.
Meer weten over de cao-lonen? Lees het gehele rapport op de website van het CBS.
LEES OOK: Blockchain kan logistiek veel tijd en geld besparen